Meer zekerheid op steeds minder pensioen?

29/10 - Nu de besluitvorming over de aanpassing van ons pensioenstelsel aanstaande is, schreef Dick Sluimers (APG) een opmerkelijk opiniestuk. 

 

Onderstaand opmerkelijke opiniestuk van Dick Sluimers, ex-bestuursvoorzitter van de grootste pensioenbelegger APG, verscheen in het Financieele Dagblad van 29 oktober.

 

Meer zekerheid op steeds minder pensioen, dat is niet uit te leggen

 

Wat is er toch met ons pensioenstelsel aan de hand? Volgens de onlangs verschenen Mercer Global Pension Index hebben wij het beste pensioenstelsel ter wereld, maar toch leest u dagelijks in de krant dat ons stelsel in een diepe crisis verkeert en er fors ingegrepen moet worden. Blijkbaar zijn die ingrepen niet makkelijk te verzinnen, want de Sociaal-Economische Raad (SER) vergadert hier jaren over en de politiek wordt steeds ongeduldiger. Er moet wat gebeuren.

 

Volgens De Nederlandsche Bank bezat ons land in het tweede kwartaal van 2018 een pensioenvermogen van €1362 mrd. Dit vermogen bedraagt maar liefst 162% van ons nationaal inkomen. We hebben wereldwijd een eenzame koppositie, want bij nummer twee Australië ligt dit aandeel op 123%. Om het nog wat verder in perspectief te plaatsen: in Italië ligt het aandeel op 8%, in Frankrijk op 6% en in Spanje op 3%. Cijfers om bij Europese vergaderingen over pensioenen goed in de gaten te houden.

 

Pensioenfondsen boeren prima

Aan het geld kan het dus niet liggen. Sterker nog, de pensioenfondsen boeren prima. Het ABP meldt in zijn jongste jaarverslag tevreden dat in 2017 het nettorendement 7,6% bedroeg, in lijn met het gemiddelde rendement van dit pensioenfonds in de afgelopen 15 jaar. Ondanks de diverse crises is het pensioenvermogen van het grootste pensioenfonds van Nederland sinds 2002 maar liefst verdrievoudigd. En andere pensioenfondsen tonen vergelijkbare cijfers.

 

Waar ligt de sombere stemming dan wel aan? Zoals zo vaak aan een poging het nog beter te doen. Die poging is ingezet met de nieuwe pensioenwet in 2006. Toen is besloten het pensioen voor 97,5% zeker te stellen. Een loffelijk streven, maar niet erg gemakkelijk. Want de pensioenuitkomst is gemiddeld voor zo’n 80% afhankelijk van onzekere beleggingen en slechts voor 20% van premie-inkomsten. De oplossing was om bij de beleggingen voortaan uit te gaan van het rendement op de meest zekere overheidsobligaties, die met een AAA-rating. Op dat moment was dat geen groot probleem want de rente voor dit type obligaties lag op 4% à 5%. Verder werd besloten dat er een extra buffer moest komen van zo’n 30% voor de jaarlijkse indexatie.

 

Rente omlaag

Een mooi plan, maar helaas ging de rente fors omlaag, mede onder invloed van het beleid van de Europese Centrale Bank. Dus moesten de verwachte rendementen voor pensioenfondsen stevig neerwaarts worden aangepast. Zodat de fondsen veel meer vermogen moesten aanhouden voor dit zekere beleid. Hierdoor ging de dekkingsgraad aanzienlijk naar beneden. Met alle gevolgen voor de pensioenuitkeringen van dien. De goedbedoelde poging om het pensioen zo zeker mogelijk te maken, heeft derhalve vooral geresulteerd in stevige pensioenkortingen. De burger is dan wel steeds zekerder geworden, alleen van steeds minder pensioen. En dat wordt, terecht, niet begrepen.

 

Wat moeten we nu doen?

De eerste oplossing is wachten. Dat is eigenlijk wat er nu gebeurt. Ondanks de lage rente koerst de gemiddelde dekkingsgraad van pensioenfondsen al weer rond de 105%. Dat betekent dat het nominale pensioen heel zeker is geworden. Ook ontstaat er ruimte voor (gedeeltelijke) indexatie. Maar het gaat nog wel even duren voordat de dekkingsgraden boven 130% uit komen en volledige indexatie weer mogelijk is. Dit lijkt dan ook een te lange weg voor gepensioneerden die door de gemiste indexatie al tussen de 10% en 20% op hun pensioen zijn gekort en niet nog meer indexatie willen missen.

 

Zekerheidsmodel

De tweede oplossing is nu onderwerp van discussie in de SER. Die oplossing ligt eigenlijk nogal voor de hand. Dat is terugkomen op het ingezette zekerheidsstreven uit 2006. Als we erkennen dat pensioenuitkomsten per definitie onzeker zijn, kan de zekerheidsmaat omlaag en ook het verwachte beleggingsrendement worden aangepast.

 

De burger wordt dan minder zeker, maar wel van meer pensioen. Een uitkomst die aan gepensioneerden goed valt uit te leggen, maar die wel lastiger ligt voor jongeren. Anderzijds is het de vraag hoe lang je ouderen kunt blijven korten om de pensioenuitkomst van jongeren zo zeker mogelijk te maken.

 

De waarheid ligt vermoedelijk ergens in het midden. Het zou minister Koolmees sieren als hij naar dat midden op zoek gaat. En niet, met DNB aan zijn zijde, almaar vasthoudt aan het oude zekerheidsmodel. Dat helpt niet. Hoe goedbedoeld dat model ook is, de tegenstrijdige uitkomsten zijn niet meer aan deelnemers uit te leggen. Daar is geen compleet nieuw stelsel voor nodig, maar gewoon wat gezond verstand.

 

Bron: Het Financieele Dagblad